Nirvana

 

 

 

De Boeddha vertelt ons dat hij, tijdens het eerste deel van de nacht van zijn verlichting, de persoonlijkheid bekend als Siddharta Gautama, terug kon leiden tot vele levens.
Tijdens het tweede deel van de nacht, zag hij de wereld “als in een smetteloze spiegel” – het eindeloze sterven en weer geboren worden van andere wezens, hun levensomstandigheden bepaald door het karma van eerdere actie. “En compassie welde in hem op”, want hij zag alleen maar onbewuste ketens van stimulus en respons: geen begrip van de wetten die ons zogenaamde “lot” bepalen, niet bewust dat we ons leven in eigen hand kunnen nemen.

In de laatste uren voor de ochtendschemering, focuste hij zijn aandacht op hoe hij deze ketting van lijden voor eens en voor altijd kon doorbreken.

De eerste schakel, zo zag hij, is onwetendheid. In plaats van dat we het leven zien als constant in beweging, blijven we volhouden het leven te zien zoals we het willen zien; een verzameling dingen en ervaringen die ons kunnen bevredigen. In plaats van dat we onze persoonlijkheid zien zoals het is – een steeds veranderend proces – houden we vast aan wat we willen dat het is; iets wat echt is en afgescheiden en onveranderlijk. Vanuit deze basale onwetendheid komt een voortdurend verlangen naar persoonlijke bevrediging. Hierdoor ontstaan de frustratie en het lijden die het menselijk bestaan kenmerken.

Met een glimp in Boeddha's universum, is het duidelijk waarom het willen grijpen en vasthouden van mensen zo onwetend en blind op hem overkomen. We proberen iets van het leven te krijgen dat er niet is – we proberen een echte Clark Gable te vinden in een film, we proberen een ervaring te vinden die zal voortduren. Datgene waar we aan vast proberen te houden, is er niet werkelijk. We willen een proces tevreden stellen met een proces. Het ego (ik-gedachte) kan niet bevredigd worden, en hoe meer we het proberen, des te meer lijden we.

Maar de frustratie van dit grijpen is niet echt, want het is het gevolg van onwetendheid. Het is een schaduw die verdreven kan worden door het leven te zien zoals het werkelijk is. De Boeddha zegt kernachtig: “Dit verschijnen dat verschijnt.” Wanneer er onwetendheid is over de aard van leven, dan komt lijden daar uit voort. “Dit verdwijnen dat verdwijnt.” Als de eigen wil sterft, dan worden we wakker aan onze ware natuur. Dan komt er een einde aan persoonlijk lijden.

Wat is deze ware natuur? Hierover zwijgt de Boeddha. Hij komt om ons de weg te wijzen, om ons een pad te laten zien, maar hij weigert standvastig om datgene dat we zullen vinden met woorden te begrenzen.

En toch vertelt hij ons dat het leven meer is dan constante verandering en ontwikkeling en de mechanische werking van karma. “Er is iets wat niet geboren is, niet wordt, niet gemaakt is en niet is samengesteld. Als dit er niet was, dan zou er geen manier zijn om te ontsnappen aan wat is geboren, geworden, gemaakt en samengesteld.” In deze oneindige zee van samsara*, te midden van alle verandering, is een kern, een hart een Zijn volledig voorbij de schijnbaar vergankelijke wereld waarin we leven: nirvana.

Wanneer de geest stil valt, verdwijnt de ogenschijnlijke verandering en de notie van afgescheidenheid en blijft nirvana over. Het is shunyata, leegte, er is daar letterlijk niets: “niet-iets”. Maar leeg zijn van proces betekent volheid van zijn. Nirvana is vrij zijn van alle ziekte; het is geluk; veiligheid; afwezigheid van angst; vrede in de geest; vrij van obsessies; onaangeraakt door leeftijd; niet beïnvloed door dood. Het is, samengevat, de hoogste vreugde.

Diegenen die het eiland van nirvana bereiken, kunnen daarna in de zee van verandering leven zonder van hun stuk gebracht te worden. Ze weten wat leven is en ze weten dat er méér is. Er ontbreekt hen niets, ze hunkeren nergens naar, ze zijn slechts in de wereld om te helpen en te dienen. We kunnen niet zeggen dat ze zonder pijn leven; het is hun gevoeligheid voor het lijden van anderen dat hen motiveert. Maar persoonlijk leed is verdwenen. Zij leven om te geven en dit is een bron van vreugde die zo groot is dat geen enkele wereldse sensatie daar tegen op kan.

Zonder begrip van deze dimensie, is Boeddha's universum een mentale aangelegenheid die weinig bevrediging biedt voor het hart. Wanneer we horen dat onze persoonlijkheid niet werkelijker is dan een film, zou dat ons droevig kunnen stemmen, verbannen naar een vreemd universum. De Boeddha antwoordt zachtzinnig: “Je begrijpt het niet.” Als het leven geen proces zou zijn, als een gedachte altijd zou voortduren, dan zouden we geen keuzevrijheid hebben, geen alternatief voor de menselijke staat van zijn. Omdat elke gedachte een moment op zich is, kunnen we veranderen.

“Ons leven wordt gevormd door onze geest, we worden wat we denken.” Dit is de essentie van Boeddha's universum en het hele thema van de Dhammapada**. Als we ons denkproces meesteren, dan kunnen we werkelijk onze persoonlijkheid veranderen, onszelf herscheppen. Destructieve groeven in ons denken kunnen verlegd worden en constructieve groeven kunnen verdiept worden door de juiste inzet en meditatie. “Zoals boeren water naar hun land leiden, zoals boogschutters hun pijlen recht maken, zoals timmerlieden hun hout snijden, zo vormen de wijzen hun leven.”

“Het universum is vijandelijk,” zei Wernher von Braun eens, “als je de wetten ervan niet kent. Voor diegenen die weten en gehoorzamen, is het universum vriendelijk.” Wanneer het wordt begrepen is ook Boeddha's universum alles behalve vreemd en belemmerend. Het is een wereld vol mogelijkheden, waar alles wat we moeten doen, gedaan kan worden en waar alles wat er toe doet bereikbaar is voor mensen. Het is een wereld waar vriendelijkheid, onzelfzuchtigheid, geweldloosheid en compassie voor bereiken wat egoïsme en arrogantie niet lukt. Het is simpelweg een wereld waarin elk mens gelukkig kan zijn in de goedheid en volheid van geven.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~


* Samsara: in cirkels ronddraaien, is in boeddhisme en hindoeïsme de cyclus van dood en wedergeboorte zonder begin en schijnbaar zonder eind, onder invloed van begoocheling en karma en vol met lijden.

** De Dhammapada is een geschrift dat bekend is bij elke vrome Boeddhist en bij elke toegewijde student van het Boeddhisme. Deze kleine verzameling van 423 verzen van Boeddha's leer is zo rijk aan inzichten dat het gezien kan worden als de perfecte samenvatting van de praktische dimensies van de Dharma. In de Dhammapada hebben we het pad naar deze wereld.

_________________________________________________________________________

Fragment uit het boek ‘De Dhammapada’ door Ekhnat Easwaran