Zin of zinloos
Het leven is geen probleem dat opgelost dient te worden. Wat is er voor nodig om dat te zien? Vergankelijkheid Uit volmaakte ruimte (vol potentie), verschijnt daar die wonderbaarlijke schepping, die zich steeds weer opnieuw manifesteert in een oneindig komen en gaan. Al die verschijningsvormen vinden op natuurlijke wijze hun weg in eeuwige vergankelijkheid. Kunnen wij hier enige controle op uitoefenen? Zelfs acceptatie hiervan geeft nog de schijn van controle. Niet accepteren is geen optie want verval kan je immers nooit tegenhouden? Afscheid is inherent aan schepping en brengt, als we iets dieper onderzoeken, enorme vrijheid met zich mee. Zowel degene die probeert iets of iemand vast te houden, als datgene wat hij wil vasthouden is onderhevig aan vergankelijkheid. Als we dit diep gezien hebben door te schouwen in het leven zelf, kan dit inzicht de natuurlijke en vrije levensstroom openbaren, de levensstroom die geen afgescheidenheid kent. Waarom zijn we zo toch zo bang om de notie van ‘ik als afgescheiden persoonlijkheid’ te doorzien? We zijn bang omdat we een idee hebben over ‘ik’ gerelateerd aan een lichaam, een vorm, een vorm die we zouden kunnen verliezen. Hierdoor zien we alle andere vormen als buiten onszelf en ontstaat er ook ‘de ander’. We verliezen het zicht op Het Geheel, de totaliteit waar alle verschijningsvormen in komen en gaan. Zuiver waarnemen in verwondering Het is niet moeilijk om als je op het strand staat, te zien dat je onmogelijk het centrum van het universum kunt zijn als afgescheiden vorm. Het is niet moeilijk om te zien dat je als nietig wezentje alleen maar getuige mag zijn van een gigantisch groot gebeuren, wat een mysterie in zichzelf is. Het is niet moeilijk om te kijken in verwondering, niet meer dan verwondering, puur en zuiver waar te nemen wat komt en gaat. In meditatiekringen wordt dit ‘getuige-bewustzijn’ genoemd; zuiver waarnemen. We hebben nog nooit iets kunnen vasthouden behalve in het idee ‘ik-mij-het mijne’. Ik zeg ‘idee’. Kun je een idee waarachtig vasthouden? Is een idee substantieel? Of is het iets wat constant gedacht moet worden omdat het anders al weg is, voordat je het te pakken hebt? Heeft een idee substantie, is het vindbaar, waar is het gelocaliseerd? We zijn in staat om met die ideeën een wereld te scheppen, die eruit kan zien alsof we tussen vier muren leven… en daar bijten we ons in vast en nemen aan dat iedereen in die wereld leeft. Maar als iets waar is moet het te allen tijde waar zijn, voor iedereen en in alle dingen. Als je eerlijk bent dan zie je dat jouw wereld met al zijn overtuigingen en opinies al van moment tot moment kan veranderen. Terwijl de zon op- en onder gaat als vanzelf kun jij emotioneel door uitersten gaan. Soms denk je dat je in de hel woont - en het lijkt waar - dan opeens ben je er weer uit. Waar is het van afhankelijk? Ieder heeft zo zijn eigen beleving en zijn eigen concepten en dat projecteren we op elkaar met alle verwachtingen en teleurstellingen vandien. Soms heb je niet eens in de gaten wat een ander van je wil of wat een ander van je verwacht, waarom je teleurstelt of teleurgesteld wordt. Het is volkomen fictief en in wezen niet-bestaand. Op het conceptuele niveau kom je er nooit uit. Je kunt eindeloos in cirkels rond gaan. Zie hoe de mind werkt… scheppen wij onze werkelijkheid als een projectie op een leeg scherm? Durf het simpel te maken. Durf jezelf van betekenis los te maken. Als je in de verste hoeken van de sterrenhemel kijkt, denk je toch niet dat ‘jouw’ leven enig apart belang heeft en dat jij werkelijkcontrole hebt over wat dan ook? Het doorgronden van betekenisloosheid vergt moed en kracht. Waarom? Omdat de ‘persoonlijke mind’, er helemaal gek van wordt als het alle denkbeeldige vaste grond onder de voeten dreigt te verliezen, als het alle identificatie met vermeende werkelijkheid zal zien verdampen. De ‘ik-gedachte’ kan dat niet aan en zal weerstand bieden in een soort van doodsnood. Het Keerpunt En tóch, als we ziek en moe genoeg zijn van onszelf, van het rondgaan in cirkels, worden we vaak getrokken naar een Spiritueel Gids, een Meester, een Guru en zeggen: “Ik ben zo moe, ik kan niet meer.” Als aan alle kanten de klem te pijnlijk is geworden worden we bijna genoodzaakt om in te keren. Dit kan een keerpunt zijn. Dit is waarom levenslessen vaak ons hart moeten breken. Het hart kan niet werkelijk breken, onze concepten moeten breken van hoe we de dingen zouden willen hebben en hoe we vinden dat ze zouden moeten zijn. Het mooie is, als het hart breekt, dan is de weerstand gebroken en kan God binnenkomen; alomvattende liefde, betekenisloos in zichzelf. Liefde is Liefde en is zonder enige voorwaarden. We maken geen beelden op basis van opinies meer. Nu kunnen we met onze armen uitgestrekt op het strand staan en waarachtig dansen. I am alive! Ik leef..! Zonder enige speciale betekenis; het mysterie leeft zichzelf. We zijn bevrijd van het met je verstand kunnen of willen doorgronden. Dat is rijping. De zinloosheid van het leven is de zin van het leven. Dat is het hoogste, het diepste, het meest wijze dat je kunt zien. Je bent totaal vrij van ieder idee van ‘zin’ die het zou moeten hebben: “Waar is dat nou goed voor? Waar moet het naar toe?” Als het nou eens nergens naar toe moet, is dat dan niet vrij? Je gaat zien dat alle verschijningsvormen zich manifesteren vanuit ruimte en terugvalllen in ruimte, louter en alleen voor de vreugde van de schepping zelf. Wie ben ‘ik’daarin? We zoeken het leven altijd ver buiten onszelf of we stellen het uit… “nú niet”… of we willen het moeilijk en door lange processen oplossen. Omdat onze denkbox zo ingewikkeld denkt, denken we dat thuiskomen moeilijk moet zijn en ook ingewikkeld is. Nee, thuiskomen is ont-wikkelen, de wikkels eraf halen tot in de eenvoud van de levensadem zelf en daaraan voorbij. Uitademen – inademen – uitademen – inademen … er is nergens naar toe te gaan. Alle ervaringen rijzen op uit het Niets en vallen terug in het Niets, in grenzeloze ruimte, essentieel en onveranderlijk.
|